donderdag 10 februari 2011

Voigtländer Brillant (1933)

De eerste Voigtländer Brillant uit 1932 was als camera wat moeilijk te plaatsen. Van een afstand leek het een twee-oogspiegelreflex maar dat was het zeker niet. De camera had weliswaar een grote reflexzoeker, een zogenaamde briljantzoeker, vandaar de naam, maar daar hield het mee op. Deze zoeker gaf geen enkel houvast bij het scherpstellen zoals dat bij een echte twee-oogspiegelreflex wel gebeurd.

Deze camera werkte met zone-scherpstelling, je kon de frontlens van het opnameobjectief in de stand Porträt, Gruppe of Landschaft zetten. De constructie van de camera was ook redelijk eenvoudig; metaalplaat bekleed met kunstleer. Wat dat betreft leek de camera meer op een veredelde box-camera. Maar voor een echte box lagen de ambities dan weer net iets te hoog.

Zelfs de eenvoudigste uitvoering was voorzien van een objectief met 3 elementen; een Voigtar 75 mm / 7,7 met drie diafragma's; 7,7, 11 en 22 en drie sluitertijden; B, 1/25e en 1/50e seconde. Daarbij had de Brillant een automatische opnameteller. Naast dit basismodel waren er ook nog versies met betere en lichtsterkere objectieven leverbaar; een Voigtar 1:6,3 en een Skopar 1:4,5, elk met een betere en uitgebreidere sluiter.

In 1937 werd het blikken camerahuis vervangen door een steviger en iets grotere versie van bakeliet. De duurste versie van deze Brillant V6 had een Skopar 1:3,5 in een Compur-Rapid sluiter. Een jaar later kwam de Brillant S op de markt met als duurste lens een Heliar 1:3,5  Veel belangrijker was dat de opnamelens was gekoppeld aan de zoekerlens, zo kon de afstand via een scherpstelcirkel in de zoeker nauwkeurig worden ingesteld. Uiteindelijk was de Reflex-Box uitgegroeid tot een volwaardige twee-oogspiegelreflexcamera.


Mijn Voigtländer Brillant was uit 1933 en van het eenvoudigste model. Hij zat in een gehavende en incomplete tas. Ook de camera zelf vertoonde sporen van een zwaar leven; roestig, vuil en gedeukt en loslatende bekleding. De verf was hier en daar weggesleten en de markeringen waren nog maar moeilijk te lezen. Met alleen afstoffen zou hij zijn oude glans niet terug krijgen maar mechanisch leek alles in orde.


De zoeker en de lens waren vuil en stoffig dus daar moest in ieder geval wat aan gedaan worden. De frontlens kon tussen twee blokkeringschroefjes heen en weer draaien, deze moesten los om de lens er af te kunnen schroeven. Deze lens heeft dubbel schroefdraad en moet later exact hetzelfde teruggeschroefd worden anders klopt de scherpte niet meer.



De frontplaat zit vast met drie schroefjes en daaronder zit een plaatje met de sluiter en de rest van de lens. Dit geheel zit vast met één schroefje dat alleen los is te draaien als het diafragma op 22 staat. Tussen de lens en het camerahuis zit een zwarte vilten ring.


Omdat alles het in principe deed heb ik met een kwastje voorzichtig al het vuil, stof en zand weggeveegd en met een paar wattenstaafjes alles zo schoon mogelijk gemaakt.
De zoekerlens kon ik met de hand losdraaien. De opening was groot genoeg om, weer met kwastje en wattenstaafjes en een beetje alcohol, de spiegel en de binnenkant van de zoeker schoon te maken.


Nadat ik de bekleding waar nodig met een beetje Bison-kit weer vastgeplakt had en alles nog eens goed schoon had gemaakt konden de lenzen en de sluiter weer terug op hun plaats. De blokkeringsschroefjes van de frontlens heb ik pas vastgezet nadat ik met een matglas gecontroleerd had of het beeld op het filmvlak scherp was.

Daarna was het tijd voor een testfilm. De achterwand gaat in twee delen open en in de onderkant zit een rood glaasje. Als de film is ingelegd en de camera is gesloten moet je de film doordraaien tot hier een 1 zichtbaar is. Aan de zijkant zit de echte filmteller die je met het knopje ernaast ook op 1 kan zetten. Dan kan je fotograferen.



Uiteindelijk bleek dit systeem niet helemaal nauwkeurig, een aantal negatieven overlapte elkaar. Ook de tweedelige achterwand was in de volle zon niet helemaal lichtdicht maar de meeste negatieven zagen er goed uit. Er zit geen blokkering voor dubbelopnames op de camera dus je moet op blijven letten. De sluiter hoeft niet voor elke opname opnieuw gespannen te worden zodat je dat niet kan vergeten en zolang je de belichting en de afstand goed hebt ingesteld kan er weinig mis gaan.


De lenzen hebben geen coating en zijn daardoor wat gevoeliger voor reflecties en tegenlicht. Het contrast is niet erg hoog en in de hoeken zijn de beelden wat onscherp en er is ook sprake van enig lichtafval. Maar het objectief tekent mooi ouderwets en dat levert af en toe hele leuke beelden op.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten