Een betere boxcamera dan de Box-Tengor van Zeiss Ikon ben ik nog niet tegengekomen. Fotograferen met een box is fotograferen met beperkingen en dat geldt net zo goed voor de Box-Tengor, ook al heeft deze iets meer mogelijkheden dan gemiddeld, het blijft een box. Maar wel een box die zich onderscheidt door een opvallend goede lens, de Goerz Frontar.
De Frontar is een objectief dat bestaat uit twee delen, een positieve lens van kroonglas en daaraan vastgekit een negatieve lens van flintglas. Beide lenzen zijn zo geslepen dat zij een groot deel van elkaars fouten corrigeren. Niet alle lensfouten worden op deze manier optimaal gecorrigeerd maar door het in verhouding kleine diafragma van F11 zijn de meeste niet meer storend. Het diafragma zit bovendien een stukje achter de lens zodat storende reflecties de film niet kunnen bereiken. Dit alles maakt dat foto's gemaakt met de Box-Tengor nog redelijk scherp en brilliant zijn, zeker ten opzichte van foto's met andere box-camera's die het vaak met een eenvoudige ongecorrigeerde meniscuslens moeten doen.
In het midden van de jaren '20 bestond de camera-industrie in Duitsland uit talrijke, meestal kleine, fabriekjes die elkaar met een breed assortiment camera's beconcurreerden. In 1926 fuseerden 4 camerafabrikanten, zelf vaak ook al het resultaat van een fusie, met de lenzenfabrikant Carl Zeiss tot Zeiss Ikon. Het doel was om zo een sterkere marktpositie te creëren, onderlinge concurrentie te voorkomen en voor Carl Zeiss een vaste afzetmarkt te garanderen. Dat laatste lukte maar de verschillende onderdelen bleven elkaar binnen het concern met hun eigen assortiment beconcurreren, voortaan onder dezelfde naam, en nu ook met dezelfde lenzen. Carl Zeiss had in het geheel een meerderheidsaandeel van 53% zodat al het glaswerk voortaan uit Jena kwam.
Eén van de onderdelen van Zeiss Ikon was C.P. Goerz uit Berlijn, aanvankelijk vooral producent van optische apparatuur waaronder verrekijkers, periscopen, richtapparatuur en afstandsmeters. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was het bedrijf 's werelds grootste producent van militaire optische apparatuur. Na de oorlog legde het bedrijf zich noodgedwongen toe op de productie van rekenmachines en cylindersloten maar ook camera's en projectoren.
In 1925 bracht Goerz de eerste Box-Tengor op de markt, een vrij eenvoudige box met 3 diafragma's. De rijke achtergrond in de optiek was terug te vinden in het ontwerp van de lens, de Hahn Goerz Frontar. Na de fusie verdween de naam Hahn van de camera, maar de naam Goerz bleef gehandhaafd. Ook op de nieuw berekende Frontar van de Box-Tengor 56/2 uit 1948. Maar ook die kwam nog steeds uit dezelfde fabriek in Berlijn.
De eerste Box-Tengor van Zeiss Ikon (modelnr. 756) was een licht gewijzigde Goerz, technisch vrijwel identiek. De tweede wijziging kwam in 1928 en was ook vooral cosmetisch, de twee matglaszoekertjes die eerst linksboven onder elkaar zaten kwamen links en rechts in de frontplaat te zitten waardoor de camera mooi symmetrisch werd. Bovendien was de afdekplaat van de sluiter nu spiegelend. Dat had verder geen bijzondere functie maar bleef tot het einde van de serie wel een mooi handelsmerk. Het modelnummer werd gewijzigd in 54/2, waarbij de 2 stond voor 6x9 cm op 120 film. In de loop van de jaren '30 werd ook een aantal varianten voor verschillende andere filmformaten gemaakt.
In 1934 volgde een ingrijpender modelwijziging, de camera kreeg een hoekige metalen frontplaat. Naast 3 diafragma's kon er nu ook uit 3 afstanden gekozen worden, 1-2 meter, 2-8 meter of van 8 meter tot oneindig. Hierbij werd er een extra lensje achter de Frontar gedraaid. De matglaszoekers hadden plaats gemaakt voor brilliantzoekers.
In 1938 werd de camera opnieuw gewijzigd, de sierplaat op het front bestond voortaan uit drie cirkels, de ontspanknop verhuisde naar een plaatsje bovenop de camera en de camera was voorzien van een dubbelopnameblokkering. Deze camera met typeaanduiding 55/2 bleef, met onderbreking, tot 1948 in productie.
In dat jaar verscheen de laatste variant van de Box-Tengor, de 56/2. Deze was voorzien van een opnieuw berekende Frontar, nu met een lichtsterkte van F9 in plaats van F11 en voorzien van een enkelvoudige coating. De ontspanknop was weer terug aan de zijkant en de camera had nu ook een flitscontact. De Box-Tengor 56/2 was de laatste en meest complete box-camera van Zeiss Ikon en zou tot 1956 in productie blijven.
De constructie was eenvoudig maar doeltreffend, de hele camera was van dun blik dat zijn stevigheid ontleende aan de manier waarop de verschillende onderdelen in elkaar waren gevouwen. Alleen de frontplaat met lens zat met 2 schroefjes vast. De buitenkant was bekleed met kunstleer. Al het mechaniek zat achter het front en was zo eenvoudig van constructie dat er zelden iets kapot kon gaan, onderdelen vervangen was sowieso bijna onmogelijk omdat alles vastgeklonken of gevouwen was. Het enige onderhoud dat je aan deze camera kon plegen was afstoffen en oppoetsen.
Om een film in te leggen hoefde alleen de doosvormige achterkant losgehaald te worden. Deze bleef dan met het riempje met de rest van de camera verbonden.
Fotograferen met de Box-Tengor is niet moeilijk, de zoekers zijn helder en overzichtelijk als je er recht en vanaf de juiste afstand in kijkt, het beeld is wel gespiegeld. Verder moet je alleen de afstand en het diafragma instellen.
Bij de gebruiksaanwijzing zat nog een los briefje met een belichtingsadvies, 'Voor de meeste foto's buiten en met goed weer gebruikt U
diafragma 11,
bij zeer fel zonlicht ook diafragma 16. Is het weer triestig en is het dus wat donkerder, dan zult U met diafragma 9 goede resultaten verkrijgen'
Dat was uit de tijd dat een film van ISO 100 al als zeer gevoelig gold.
Voor mijn testfoto's heb ik FP4 van Ilford gebruikt en af een toe een geelfilter om de wolken wat beter uit te laten komen. De scherpte van de meeste negatieven is goed, alleen aan de uiterste randen wordt alles wat minder en in de hoeken is er sprake van enige lichtafval. De foto's waarbij de ingebouwde extra lensjes gebruikt werden, voor onderwerpen dichterbij, zijn in het midden nog mooi scherp maar naar de randen toe wordt alles al snel wat wollig.
Met niet teveel tegenlicht hebben de negatieven een mooi contrast en er is nergens sprake van storende vertekening. Een paar negatieven vertonen een beetje bewegingsonscherpte, een vaste sluitertijd van 1/30e seconde is eigenlijk net iets te lang om probleemloos uit de hand te fotograferen.
Het is altijd leuk als je met een camera met zo weinig mogelijkheden toch nog een geslaagde foto weet te maken. Dat lukt alleen als de omstandigheden een beetje meewerken en redelijk constant zijn, anders is een camera met meer mogelijkheden beter op zijn plaats. Maar bij goed weer kan je best een paar mooie foto's maken met een boxcamera, en zeker met de Box-Tengor.
Mooi duidelijk stuk! Ik heb aan de zeikant van de camera een schuif met een m en een t. Waar dienen deze voor?
BeantwoordenVerwijderenM is voor momentopnames, ca. 1/30e seconde, T is voor tijdopnames, de sluiter blijft open zolang de ontspanknop ingedrukt wordt.
Verwijderen(zie ook: http://www.cameramanuals.org/zeiss_ikon/zeiss_ikon_box-tengor-02.pdf )
Heel nuttig stukje! Ik heb net een Box Tengor 56/2 gekocht en ik wil die ook gaan gebruiken, met Ilford XP2 rolfilm, ISO 400. Zal wel even wennen zijn om het juiste diafragma te kiezen... Welk geelfilter (welke maat) heb ik nodig voor deze camera?
BeantwoordenVerwijderenEr zit geen filterdraad bij het objectief, dus dat zal wel iets zijn dat klem gezet moet worden.
De Box-Tengor is ontworpen voor film met een ISO-waarde van 50 of 100, bij felle zon diafragma 16, bij bewolkt weer diafragma 9. Met ISO 400-film heb je dan wel kans op overbelichting. Daar staat tegenover dat XP2 een vrij grote belichtingsspeelruimte heeft en dat je ook bij weinig licht nog foto's kan maken.
VerwijderenEen geelfilter scheelt ook weer een stop. Het originele Zeiss Ikon opsteekfilter heeft nummer 347 G en is hier en daar nog wel te vinden (bv Fotografica Beurs). Je kan natuurlijk ook wat experimenteren met grotere filters en wat tape.
Succes.