vrijdag 3 juni 2016

Kodak Retina IIa (type 016)


Een 50 mm objectief met lichtsterkte 2.0 kwam in het begin van de jaren '50 nog niet zo heel veel voor. Die lens was dan ook de belangrijkste reden dat ik deze Kodak Retina IIa gekocht had; een Retina-Xenon f:2/50mm van Schneider-Kreuznach. Daarbij had de camera een meetzoeker en een Synchro-Compur sluiter met een snelste tijd van 1/500e seconde. Best een geavanceerde camera voor begin jaren '50. Het geheel voelde zwaar en degelijk aan maar was toch compact, ingeklapt paste hij makkelijk in een jaszak. Een prima camera voor de gevorderde amateurfotograaf.

Waar Kodak in de loop der jaren vooral veel camera's verkocht die het de consument zo makkelijk mogelijk maakten om veel film te verbruiken namen de Retina-camera's een aparte plaats in binnen het assortiment. De Retina's waren serieuze camera's, degelijk gebouwd, voorzien van een goed objectief en met een voor die tijd moderne sluiter met een uitgebreide reeks sluitertijden. De camera's kwamen dan ook niet uit Rochester maar uit een fabriek in Stuttgart, Duitsland.



Die fabriek was in 1932 door Kodak gekocht van Dr. August Nagel. Zijn 'Kamerawerk' was in 1928 opgericht maar Dr. Nagel had toen al een indrukwekkende loopbaan in de fotografische industrie achter de rug. Hij was eerder oprichter en constructeur van Contessa en Zeiss Ikon geweest. Ondanks de slechte economische situatie had hij met het ontwerp en de productie van elegante en handzame camera's in korte tijd een nieuwe succesvolle onderneming opgebouwd. Ook na de overname bleef hij als constructeur actief binnen het bedrijf en dat verklaarde de voor Kodak a-typische camera's. Zowel het ontwerp als de kwaliteit sloten aan bij de Duitse traditie.

De eerste Kodak Retina (I) kwam in 1934 op de markt, een compacte kleinbeeld balg-camera met Xenar f:3,5/50mm en Compur centraalsluiter. Twee jaar later kwam daar de Retina II bij, voorzien van gekoppelde meetzoeker. Beide Retina's werden regelmatig verbeterd en gemoderniseerd en in 1954 werd het assortiment nog uitgebreid met de Retina III, voorzien van ingebouwde lichtmeter. Er kwam daarna ook nog een model op de markt met verwisselbare frontlenzen voor andere brandpuntsafstanden, en een reflexcamera en er was een uitgebreid assortiment aan accessoires beschikbaar zoals toen gebruikelijk was bij een Duitse 'systeemcamera'. Daarnaast bestond er nog een serie goedkopere camera's met de naam Retinette.



In de loop van de jaren '60 werd de concurrentie van met name Japanse spiegelreflexcamera's steeds groter, die hadden vaak meer mogelijkheden en waren goedkoper. De Retina's waren dure en verouderde camera's geworden en werden dan ook geleidelijk uit productie genomen. Eind jaren '60 schakelde de fabriek over op de productie van instamatic-camera's voor 126- en 110-films. Voor Kodak vertrouwd terrein maar spannende camera's leverde dat niet meer op.

Van alle verschillende Retina's is de IIa uit 1951 misschien wel de beste en meest kenmerkende. De vormgeving heeft nog de Art-Deco uitstraling van de eerste Retina's, maar met de voordelen van een geavanceerde sluiter, een lichtsterk objectief met anti-reflectie coating en sneltransport.
Na 1954 werden de camera's groter en zwaarder. Ze kregen een wat lomp uiterlijk al zijn er mensen die de rondere vormen juist eleganter vinden. Praktischer werden de camera's er niet op.



In het boek 'Maak Goede Foto's' (Kodak, 's Gravenhage 1952) staat in het hoofdstuk avond- en nachtfotografie: 'Met camera's die een zeer lichtsterke lens hebben, zoals de Kodak Retina's, kunt U op Super-XX film zelfs momentopnamen bij avond maken, als de verlichting daarvoor voldoende is. Zo fotografeert U winkeletalages, reclameverlichting, personen bij een (verlichte) theateringang, openluchtvoorstellingen e.d. bij f/3,5 met 1/25 sec.'
Super-XX was niet op voorraad bij de lokale fotowinkel maar Kodak Tri-X leek mij ook een geschikte film, zelfs nog een stop gevoeliger. Film in de camera, beeldteller iets voor 0 gezet, de teller blokkeert bij 36, en de stad in.

De Retina is compact maar toch valt het niet mee om het cameraatje met één hand vast te houden. Daarvoor is er met opengeklapt front te weinig ruimte aan de rechterkant van het camerahuis. Dat maakt de greep wat krampachtig en na een tijdje wordt dat vervelend. Door het kleine formaat is het ook niet altijd even makkelijk om de camera goed recht te houden. Verder is er niet veel mis, de zoeker is klein maar redelijk nauwkeurig, de meetzoeker werkt prima en het transport loopt soepel. Fijn cameraatje met een mooie lens.



Wel jammer dat de sluitertijden niet meer helemaal de oorspronkelijke waarden haalden. In mijn enthousiasme was ik even vergeten die te controleren. Een stop extra geeft bij avond meer doortekening in de donkere partijen dus dat was niet zo'n ramp, maar als je hoopt dat je foto's bij 1/25e seconde nog trillingsvrij zijn en de camera maakt er 1/10e van dan zijn er een aantal negatieven bewogen.
Ook de snelste tijd, 1/500e seconde, werd niet meer gehaald. Die tijd was sowieso alleen in te stellen voordat de sluiter gespannen wordt, dus voor het transport, omdat daarvoor een extra veer nodig was. Dat systeem werkte niet helemaal optimaal, 1/125e was de snelste tijd die de sluiter haalde. Misschien moet die sluiter een keer nagekeken worden, want het is eigenlijk zonde om zo'n mooi objectief niet te gebruiken.



Goed, het objectief is niet perfect. Op de testopnames is duidelijk sprake van tongvormige vertekening en bij grote diafragma's blijven de hoeken wat achter in scherpte en contrast en er is wat lichtafval, maar over het algemeen presteert het lensje prima. Daarbij is de onscherpte in de achtergrond mooi. Doordat het diafragma 10 lamellen heeft, en dus bijna volmaakt rond is, wordt de onscherpte mooi egaal en zacht weergegeven. Verstrooiingscirkels heette dat in de tijd dat het begrip 'bokeh' nog niet gebruikt werd.

In de praktijk levert het lensje mooie negatieven met een fraaie onscherpte in de achtergrond. Dat effect is met de meeste moderne reflexcamera's niet te realiseren. De objectieven zijn dan weliswaar lichtsterker, het diafragma is vaak eenvoudiger en hoekiger. De onscherpte wordt daardoor onrustiger waardoor de beelden dat ook worden. Wat dat betreft zijn de beelden van de Schneider Xenon mooier, zeker in combinatie met de karakteristieke korrel van Tri-X geeft dat een mooi klassiek beeld.