donderdag 8 maart 2012

Yashica 44 A

Bij de kringloopwinkel stond een grijze Yashica 44 A, een kleine tweeoog-reflexcamera voor 127-film. Op de paraattas zat een sticker met 'Verzamel-item' maar het leek mij vooral een leuke camera om mee te fotograferen. Ik was wel benieuwd hoe het zou zijn om met een mini-tweeoogreflex te fotograferen dus deze mocht mee naar huis.


Niet iedere tweeoog-reflexcamera is automatisch een Rolleiflex-kopie maar de eerste Yashica 44, uit 1958, deed wel heel erg denken aan de Baby-Rolleiflex van een jaar daarvoor. Beide camera's waren voorzien van 60mm 3.5 objectieven met bajonet-1 voor filters. Beide camera's onderscheidden zich van hun grotere varianten door hun kleur; in plaats van zwart waren de camera's grijs. En in plaats van 6x6 was het  opnameformaat van beide camera's 4x4 cm, op 127-film.

De eerste 127-film werd in 1912 door Kodak op de markt gebracht, vooral voor de compacte Vest Pocket Kodak Camera. In de jaren '20 en '30 verschenen er veel meer camera's voor dit filmformaat, ook van andere fabrikanten dan Kodak, en meestal gericht op de amateur. Het merendeel bestond uit eenvoudige boxcamera's.
Eind jaren '50 beleefde de 127-film een kleine opleving. Waarschijnlijk door de groeiende populariteit van de kleurenfotografie. Dia's van 4x4 cm konden worden geprojecteerd met een normale, en voordelige, kleinbeeldprojector. Maar voor een goede dia was een eenvoudig boxje niet toereikend. De Baby-Rolleiflex en zijn  Japanse navolgers bleken hier in een behoefte te voorzien.
In de loop van de jaren '60 werd de kwaliteit van kleinbeeldfilm en camera's steeds beter waardoor het voordeel van 127-film steeds kleiner werd en de film langzaam van de markt verdween. Nu is er nog één film redelijk makkelijk te vinden en dat is de Efke R100-127, een zwart-wit film van 100 ISO.

De eerste Yashica 44 was een kleine en compacte tweeoog-reflexcamera met vrijwel dezelfde specificaties en mogelijkheden als de grotere Yashica D. Maar die was wel een stuk voordeliger. Dat was wat moeilijk te verkopen voor een merk dat vooral bekend stond om zijn gunstige prijs-kwaliteit verhouding. De oplossing was een vereenvoudigde versie; de Yashica 44 A. De lenzen waren hetzelfde (Yashikor 1:3.5  60mm) maar nu zonder bajonet. De sluiter was eenvoudiger (B 1/25-1/300), er zat geen zelfontspanner meer op en het filmtransport was teruggebracht tot een draaiknop en een rood venstertje. De 44 A was ongeveer de helft goedkoper dan de 44.
De 44 werd daarna opgevolgd door de 44 LM waarbij de ingebouwde lichtmeter en de betere lenzen (Yashinon 3.5 met vier in plaats van drie elementen) het prijsverschil rechtvaardigden. Omdat de lichtmeter na 50 jaar waarschijnlijk niet meer werkt en in ieder geval niet meer betrouwbaar is, zijn deze camera's vooral leuk voor verzamelaars. Ook omdat er naast grijs nog een aantal andere kleuren, waaronder bruin en blauw, leverbaar waren. Datzelfde gold overigens ook voor de 44 en de eerste jaren van de 44 A. Tegen het einde van de productie, rond 1965, was alleen de grijze variant nog leverbaar. Mijn Baby-Yashica was uit die laatste periode.

Thuis heb ik meteen een paar rolletjes Efke R100 besteld en daarna de camera wat beter bekeken. Aanvankelijk dacht ik nog dat het filmtransport niet werkte maar dat viel mee, in tegenstelling tot wat ik gewend was liep de film niet van onder naar boven door de camera maar andersom.


Het grootste probleem leek stof, vooral op het matglas. Dus moest de zoeker open. De zoekerschacht met matglas zat vast met vier schroeven. Daarna kon ik met een zacht kwastje de zoekerlens, de spiegel en het matglas schoonmaken. Onder de spiegel zat het mechaniek waarmee de frontplaat kon bewegen. Dat zat nog goed in het vet en voelde nog soepel aan dus daar ben ik vanaf gebleven.


Twee metalen strips aan de zijkant hielden de achterwand op zijn plaats. Voor het gemak die ook maar even losgehaald. Net als de sierringen om de lenzen. Ook daar zat stof onder.


De zoekerlens was toen wel in orde maar achter het voorste element van de opnamelens zat ook stof. Dit element was makkelijk zonder gereedschap los te draaien. Ik heb meteen de sluiter maar even open gemaakt. Het blokkeringsschroefje omgedraaid waarna ik de ring die de frontplaat op zijn plaats hield los kon draaien. De sluiter deed het nog maar ook hier zat weer een flinke pluk roestbruin stof.



 Ik denk dat het stof vooral kwam van de binnenkant van de paraattas, een soort rood fluweel. Het voordeel van een paraattas is dat een camera meestal niet heel erg beschadigd is als je hem erbij vindt. Het nadeel is dat het ding meestal in de weg zit bij het fotograferen, onhandig is bij het film verwisselen en vocht aantrekt als je de camera niet gebruikt. En een paraattas beschermt dus niet tegen stof.
De camera is ook absoluut niet stof-dicht, overal zitten openingen waardoor stof en vuil makkelijk in het binnenwerk kan komen. Via de sluiter en het diafragma ook tussen de elementen van de opnamelens. Dat heb ik zo goed mogelijk met een blaaskwastje weggeblazen.


Daarna heb ik ook de transportknop nog even losgemaakt. In het grijze deksel zaten twee kleine gaatjes, met twee houten prikkertjes kon ik dit deksel losdraaien en daarna de knop losschroeven. Ook hier weer bruin stof.
Voordat ik alles weer in elkaar ging zetten heb ik de hele camera met een vochtige doek schoongemaakt. Toen zag het geheel er al een stuk frisser uit.

Ik was vooral benieuwd hoe het zou zijn om met deze compacte tweeoog-reflexcamera te fotograferen en dat viel eigenlijk niet tegen. Er is niet zoveel verschil met een normale tweeoog-reflex maar het gewicht is minder terwijl de camera ook weer niet zo klein is dat het onhandig wordt. Ook het matglas is nog groot genoeg om leker te kunnen werken al is het wat aan de donkere kant.





De foto's zagen er aardig uit al is één film op een bewolkte zaterdagmiddag een beperkte test. In de hoeken is er sprake van flinke lichtafval en ook de scherpte loopt daar flink terug, veel meer dan bijvoorbeeld bij de Yashica D. In het midden is het beeld redelijk scherp en contrastrijk. En het beeld ziet er lekker ouderwets uit. Dat laatste kan natuurlijk ook door de film komen, ik heb nog te weinig ervaring met Efke R100 om daar al teveel conclusies uit te trekken. Ik ben al blij dat er nog een 127-film leverbaar is. Maar daar ligt ook meteen het grootste minpunt, er is maar één soort film leverbaar. Dat maakt dat het niet echt een praktische gebruikscamera is. Het blijft een leuke camera, vooral op de plank naast zijn grotere broers. Maar dan wordt het toch meer een verzamel-item.


1 opmerking:

  1. Leuk stukje. Ik heb nog zo'n zelfde camera. Ergens tussen 1975 en 1979 mee gefotografeerd. Kreeg problemen met speling in de scherpstelknop en de geleiding van het objectievenfront. Toen gedeeltelijk gestript van het leer, ik zal er naar aanleiding van dit stukje nog eens naar kijken, bedankt!

    BeantwoordenVerwijderen