donderdag 15 mei 2014

Zeiss Ikon Ikoflex II (851/16), 1937.



De Zeiss Ikon Ikoflex II uit 1937 was de eerste 'serieuze' tweeoog-spiegelreflexcamera van Zeiss Ikon. Het eerste model, de Ikoflex (850/16) uit 1934 was met zijn Novar-Anastigmat met een lichtsterkte van maximaal 1:4,5 en een Derval-sluiter met 3 sluitertijden geen concurrentie voor de Rolleiflex van Franke & Heidecke die 5 jaar eerder geïntroduceerd was. De Ikoflex II voorzien van een Tessar 1:3,5 en een Compur-Rapid sluiter met sluitertijden tot 1/500e was dat wel, of in ieder geval voor de Rolleicord.


De naam 'Ikoflex' was duidelijk een verwijzing naar de Rolleiflex. Het basisprincipe was dan ook hetzelfde; een tweeoog-reflexcamera voor 12 opnames 6x6 op 120-film. Maar in de uitwerking van dit idee lijkt het wel of de ontwerpers van Zeiss Ikon vooral hun best hebben gedaan om alles net even anders te doen dan bij Rollei.
De eerste Ikoflex was wat dat betreft het meest uitgesproken. Zo liep de film horizontaal in plaats van verticaal door de camera. Daarom was de onderkant nogal breed wat leidde tot de bijnaam 'koffiepot'. Scherpstellen gebeurde met een handel en het uiterlijk was voorzien van allerhande Art-Deco versieringen.
Bij de Ikoflex II liep de film inmiddels verticaal door de camera waardoor deze al een stuk slanker was. Het scherpstellen gebeurde aanvankelijk nog met een scherpstel-handel, al werd deze na een jaar vervangen door een conventionele draaiknop. De latere Ikoflexen gingen steeds meer op een gewone tweeoog reflexcamera lijken maar allerlei details werden vaak net even anders vormgegeven.
Waar bij Rollei de camera's geleidelijk evolueerden lijkt het wel alsof bij Zeiss Ikon de nadruk vooral lag op het op vernuftige wijze oplossen van al dan niet bestaande problemen door allerlei variaties in lay-out en tchniek. Dat leverde een serie gevarieerde maar niet altijd even coherente camera's op. Camera's van hoge kwaliteit maar geen groot commercieel succes.
Wat dat betreft waren de schaamteloze Japanse Rollei-kopieën uit de jaren '50 een stuk succesvoller maar die concurreerden dan ook op prijs en niet op technische creativiteit. Wat kwaliteit betreft bleef Zeiss Ikon de grootste concurrent.

In de naamgeving en type-aanduiding hield Zeiss Ikon er ook een wat afwijkend systeem op na waarin dezelfde namen of nummers voor verschillende camera's werden gebruikt of dezelfde camera later een andere naam en nummer kreeg.
Na de eerste Ikoflex (typenummer 850/16) verscheen in 1937 de Ikoflex II op de markt. In 1938 kwam de Ikoflex III (852/16) uit die na de introductie van een nieuwe Ikoflex III (853/16) in 1939 voortaan Ikoflex II genoemd werd (en meestal aangeduid wordt als Ikoflex II/III). De oorspronkelijke Ikoflex II werd de Ikoflex I (met typenummer 850/16).
De tweede Ikoflex III geldt nog steeds als de meest geavanceerde Ikoflex. De camera was voorzien van sneltransport en een lichtsterke Tessar 1:2.8. Bovendien was de camera voorzien van een grote Albada-zoeker, in plaats van een extra 'sportzoeker'. Dat was een innovatie die bij de concurrentie niet te vinden was. Overigens is deze camera door de historische ontwikkelingen maar een jaar in productie gebleven, daarna lagen de prioriteiten voor Zeiss bij andere producten.
Na de Tweede Wereldoorlog werden de Ikoflex I en II weer in productie genomen en begin jaren '50 vervangen door verbeterde versies, respectievelijk de Ikoflex Ia (854/16) en IIa (855/16). Na de Ia volgde nog de Ib (856/16) en een versie met ingebouwde lichtmeter, de Ic (886/16). De verbeterde versie van de IIa bleef gewoon IIa heten.
De laatste Ikoflex was de Favorit (887/16) uit 1957 die tot 1960 in productie zou blijven, in feite een verbeterde IIa met ingebouwde lichtmeter.

De onconventionele scherpstelhandel inclusief scherptediepte schaal.

Niet alleen de type-aanduiding en nummering was op zijn zachts gezegd eigenzinnig, ook in de lay-out van de verschillende modellen zat nogal wat variatie.
Bijna elk type had een andere frontplaat, niet alleen in decoratie maar ook in constructie. De ontspanknop zat aanvankelijk bij de opname-lens, bij latere modellen bovenop naast de zoeker en weer later aan de zijkant van de camera. Latere modellen hadden venstertjes waarin de gekozen sluitertijd en het diafragma konden worden afgelezen, deze zaten rond of naast de opname-lens of boven de zoeker-lens. De opnameteller was eerst wel en later niet meer van boven af te lezen.
Voor de amateurfotograaf met één camera was die variatie geen probleem, voor de professionele fotograaf die vaak met meerdere camera's werkte konden die verschillen makkelijk tot vergissingen leiden. De beroepsfotografen fotografeerden dan ook meestal met een Rolleiflex.
Voor verzamelaars is het dan weer leuk om alle verschillen te inventariseren. De meeste modellen waren ook nog leverbaar met verschillende lenzen en sluiters.
Ik had mijn Ikoflex vooral gekocht uit nieuwsgierigheid. Ik kwam hem tegen op een rommelmarkt en ik voelde dat ik een goede camera in handen had, degelijk en zorgvuldig gemaakt. Ik was benieuwd hoe het zou zijn om hiermee te fotograferen.

De opnameteller naast de zoeker is makkelijk af te lezen.

Het was een Ikoflex II uit 1937, de vroege versie met scherpstelhandel, voorzien van een 7,5 cm 1:3,5 Tessar objectief in een Compur-Rapid sluiter en met bijpassende leren tas (1720/16).
De camera was een tikkeltje stoffig en het glaswerk was wat aangeslagen maar alles voelde degelijk aan. Technisch leek alles nog prima te functioneren, niets voelde oud of versleten aan. 
Na wat poetsen zag alles er een stuk beter uit. Alleen de gebruikssporen van de afgelopen 75 jaar waren gebleven. Diezelfde middag heb ik een eerste film vol geschoten om de camera te proberen en om te testen of alles nog werkte. De eerste resultaten waren bemoedigend, de belichting was in ieder geval in orde, het transport en de opnameteller werkten en het scherpstellen was weliswaar wat ongewoon maar niet onhandig.
De scherpte en het contrast van de negatieven was zoals van een Tessar verwacht kon worden. De overstraling bij tegenlicht en hoge contrasten paste bij een ongecoat objectief. Daar was met een hogere gradatie nog wel iets aan te doen.
Het enige dat tegenviel waren de kleine krasjes op de film. Een van de twee  rolletjes waar de film tijdens het transport overheen liep was in de loop der jaren wat geoxideerd. Met heel fijn schuurpapier en een beetje koperpoets was dat snel opgelost.

Op de zijkant van de zoeker staat een belichtingstabel. Het valt op dat hier sprake is van diafragma 4,5 terwijl op de camera zelf dat diafragma niet aangegeven is.

Ik kreeg er wel aardigheid in om met deze camera te fotograferen, tijd dus voor een tweede film. Het was wel jammer dat het filmtransport niet geautomatiseerd was. Die functie werd pas in latere modellen toegevoegd. Bij mijn camera moest je de film nog doorspoelen tot er een 1 in het rode venstertje onderop de camera zichtbaar werd, dan de filmteller op 1 zetten en het venstertje sluiten. Vanaf dat moment moest je vertrouwen op de filmteller naast de zoeker. Die was van boven makkelijk af te lezen maar blokkeerde niet als het volgende negatief bereikt was. Er was geen blokkering voor dubbelopnames en de sluiter werd ook niet automatisch gespannen. Het bleef een kwestie van opletten.
Het matglas was redelijk helder en helemaal leeg. Misschien waren een paar dunne hulplijnen handig geweest bij het rechthouden van de camera maar met alleen de randen ging het ook. Overigens was de begrenzing van de zoeker nogal zuinig, er stond aanzienlijk meer op de negatieven dan ik had verwacht, maar ook dat wende.


Afgezien van het wat krappe zoekerbeeld is de Ikoflex II een fijne camera om mee te fotograferen. Niet voor het snelle werk, daarvoor is de routine van transporteren en sluiterspannen niet geschikt, maar wel voor foto's waarvoor je rustig de tijd kan nemen om standpunt en compositie te bepalen. Maar dat geldt in principe voor de meeste camera's van voor de oorlog.
De ongecoate Tessar heeft wat moeite met tegenlicht, maar verder is het een mooie lens die scherp en contrastrijk tekent. In de hoeken is er sprake van wat lichtafval en de scherpte en het contrast nemen wat af bij grote diafragma's maar over het algemeen is het een mooi objectief.
De eigenschappen van de lens kunnen bij het juiste onderwerp ook meehelpen om het beeld en de gewenste sfeer te versterken. Ook in lichtsituaties waar andere oude lenzen het al snel laten afweten.
Het mooiste vind ik nog dat deze camera het gewoon nog doet zoals het ooit, meer dan 75 jaar geleden, bedoeld was. En dat zonder uitgebreid onderhoud. Alles functioneert nog, alles voelt nog degelijk aan en dat zonder een spoortje van speling. Wat dat betreft heeft de kwaliteit het grote succes nooit in de weg gestaan.


















Geen opmerkingen:

Een reactie posten