woensdag 4 mei 2016

Pinholecamera 9x13


In een heel donker hoekje van de doka kwam ik een doosje fotopapier tegen, Agfa Brovira Speed in het formaat 9x13 cm. Ik had geen idee meer hoe ik er aan was gekomen. Ik gebruikte nooit Agfa. Het was ooit gekocht bij Foto Prisma voor 18,90. Dat was nog in guldens. Het doosje was nog dicht, honderd velletjes overjarig fotopapier. Het leek mij een mooi uitgangspunt om wat te experimenteren met een pinholecamera. Die camera moest ik alleen nog maken.

Een pinholecamera is een camera zonder lens. Het beeld wordt gevormd door een klein gaatje van 0,3 tot 1 mm. Pinholefoto's hebben een wat andere scherpte dan normale foto's, zachter volgens liefhebbers, onscherp volgens anderen. De scherptediepte is dan weer veel groter dan bij een normale camera, het beeld is van voor tot achter even scherp, of onscherp. Belichtingstijden variëren van enkele seconden tot uren en ook dat geeft pinholefoto's een heel eigen karakter. Ik was wel benieuwd wat voor resultaat dat zou geven in combinatie met het niet meer zo nieuwe fotopapier.

Ik had bedacht dat mijn camera zou bestaan uit twee dozen die in elkaar konden schuiven. Op de bodem van de ene doos kwam het fotopapier, in de andere doos kwam het gaatje en deze paste omgekeerd in de eerste en moest tegelijk het papier op zijn plaats houden. Uitgangspunt was het formaat van het fotopapier en als beeldafstand dacht ik aan 135 mm. Een milde groothoek, vergelijkbaar met 40 mm op kleinbeeld. Het gaatje zou dan 0,4 mm moeten zijn, een diafragma van ongeveer f/360.

Er lag nog wat zwart passe-partoutkarton en dat heb ik gebruikt als basis. Als eerste het binnenwerk van de camera gemaakt, een koker van 13,5 cm lang en aan de buitenkant een paar millimeter groter dan het fotopapier, 8,9 x 13,1 cm.

Daaromheen een omhulsel van gewoon zwart fotokarton gemaakt, zo'n 10 cm lang en aan de achterkant gesloten, die precies om de kern heen paste. Dit werd een soort voering tegen strooilicht en lichtlekken. Op maat gemaakt, strak rond de kern gevouwen om een zo goed mogelijke passing te krijgen en dicht gelijmd maar wel los van de kern. Om de voorkant van de koker eenzelfde soort voering, 3,5 cm lang en aan het uiteinde nog open. Hier moest later het stukje karton met pinhole nog komen.


Omdat het zwart op was werd de buitenkant van de camera van wit passe-partoutkarton. Hiervan eerst twee zijkanten gemaakt, net zo hoog en 1 mm langer dan de kern met voering. Omdat alles precies in elkaar moest passen heb ik de onderdelen op maat gesneden aan de hand van de al voltooide onderdelen. Zo kregen de boven- en onderkant de breedte van de camera inclusief de twee zijkanten.

De zijkanten en de boven- en onderkant heb ik alvast op zo'n 3,5 cm van de voorkant ingesneden maar nog niet helemaal los. Dat kwam pas als de buitenkant in elkaar zat zodat alles mooi recht zou blijven. Eerst de zijkanten tegen de voering gelijmd en toen dat recht zat de boven- en onderkant er op. Voordat de lijm helemaal droog was de kern, die nog los zat, er voorzichtig uitgehaald. Alvast een voor- en achterkant op maat gesneden.


Het gaatje maakte ik van een stukje aluminium uit een bierblikje, fris kan natuurlijk ook. Met niet al te grof schuurpapier (200) een stukje schoon geschuurd. Daarna met een balpen eerst een klein deukje in het aluminium gemaakt en dit aan de achterkant weer glad geschuurd. Door dit een paar keer te herhalen wordt het metaal bij het gaatje dunner maar blijft de rest stevig genoeg om te hanteren. Met een naald een klein gaatje gemaakt, een beetje draaien met en dan opnieuw prikken, een beetje groter. Tussendoor met fijn schuurpapier (500) de randen schoon schuren. Af en toe controleren met een loep tot het gaatje mooi rond is en de juiste grootte heeft.

Op de plaats waar de naald de juiste dikte had, in dit geval 0,4 mm, had ik een stukje tape geplakt zodat het gaatje niet te groot kon worden.


Als sluiter had ik een eenvoudig schuifje bedacht, gemaakt van twee strookjes karton met opstaande randen. Het ene vastgelijmd op het front, het andere er omgekeerd onder, zo dat het heen en weer kon schuiven. Daarna door het geheel een gat van 6 mm geboord. Met een mesje en wat schuurpapier de rafels weggewerkt en netjes afgerond.

Een stukje fotokarton van 8,9 x 13,1 cm werd de 'lensplank'. In het midden, precies achter de sluiter een klein gaatje en daar, met een stukje zwart tape het plaatje aluminium met pinhole achter geplakt.


Ondertussen had ik de voor- en achterkant op de camera gelijmd en daarna de camera via de eerder gemaakte snijlijn in tweeën gesneden. Het stukje karton met pinhole in het voorstuk gelijmd en daarna de zwarte koker. De camera een paar keer voorzichtig in en uit elkaar geschoven. Het paste, tijd voor een eerste test.

Ontwikkelaar, stopbad en fixeer klaar gezet en een eerste velletje papier in de camera gedaan, camera op statief, vastgezet met een post-elastiek, en een paar minuten belicht.
Al meteen bleek dat de opening van de sluiter aan de voorkant iets te klein was. Donkere hoeken. Met een grotere boor, een mesje en schuurpapier de opening wat schuiner gemaakt. Dat gaf een beter beeld.

Het was nog wel even zoeken naar de juiste belichting. Het Agfa Brovira papier had in de loop der jaren aardig wat van zijn gevoeligheid verloren, het contrast was omlaag gegaan en echt wit was het papier ook niet meer. Maximaal zwart leek ook wat moeilijk te bereiken. Na 2 minuten in de ontwikkelaar begon het 'wit' te sluieren terwijl het zwart pas bij 3 minuten zijn vlekkerigheid kwijt was. Als compromis daarom de ontwikkeltijd bepaald op 2 1/2 minuut.

Daarna aan de hand van wat testjes bepaald wat de juiste belichtingstijd was. Uiteindelijk kwam het er op neer dat ik de belichtingstijd voor ISO 100 bij diafragma 16 moest vermenigvuldigen met 5000 om een redelijk belicht negatief te krijgen. Overdag in volle zo'n toch nog een paar minuten. Dat leverde een wat grijzig negatief op met net uitgebleekte hoge lichten en nog net doortekening in de schaduwen. Was dat verlaagde contrast toch nog ergens goed voor. De beelden bleven nog wel een beetje modderig, wat zwaar in de donkere tonen.

Omdat het fotopapier alleen in de doka of in het donker verwisseld kon worden moest er een filmwisselzak mee naar buiten. Een doosje onbelicht papier, een ander doosje voor belicht papier en de camera, het paste allemaal net in de zak en er was net genoeg ruimte om de camera uit elkaar te schuiven en het papier te wisselen. Kon ik in ieder geval nog wat anders fotograferen dan het uitzicht uit mijn keukenkraan.


Na de eerste opnames buiten heb ik de camera nog een klein beetje aangepast. De rand van de koker die het papier op zijn plaats hield was wat aan de smalle kant. Ik heb er aan de binnenkant wat extra strookjes karton tegenaan gelijmd zodat de rand breder werd en het papier beter vlak zou liggen. Het bredere randje zag er op het negatief ook mooier uit.
En de voering zoals beschreven is ook van na de eerste test. De oorspronkelijke variant was in volle zon nog niet helemaal sluitend.



In de camera, achter het gaatje, heb ik nog een stukje van een Multigrade filter geplakt, gradatie 1. Omdat fotopapier niet voor alle kleuren (even) gevoelig is hoopte ik, door dit oranje filter, de gevoeligheid voor blauw licht wat terug te brengen en daardoor wat meer doortekening in de lucht te krijgen. Jammer dat de normale belichtingstijd daardoor meer dan verdubbelde, maar ik heb wel het idee dat het contrast wat beter onder controle was.
Doortekening in de schaduwpartijen en toch geen uitgebleekte lucht. Om te zeggen dat daar tekening in zat gaat wat ver, bij een belichtingstijd van 8 minuten worden de wolken niet meer als wolk weergegeven, daarvoor bewegen ze te veel, maar er zat wel enige nuance in de lucht. 

Het gebruik van overjarig fotopapier is misschien niet het meest ideale uitgangspunt voor een pinholecamera maar voor serieuze afdrukken was het ook niet meer geschikt. Het was ook zonde om het zomaar weg te gooien. Het gevolg was wel dat er wat meer geëxperimenteerd moest worden omdat de lichtgevoeligheid en het contrast niet meer als bedoeld waren.
In de praktijk komt het er vooral op neer dat de belichtingstijden redelijk lang zijn. Daarom is deze combinatie vooral geschikt voor het vastleggen van vaste objecten, statische onderwerpen met een duidelijk herkenbare vorm. Dat werkt vooral goed als er in de omgeving wat beweging zit. Inmiddels ben ik halverwege het doosje Agfa Brovira en ben ik niet ontevreden over de resultaten. En ik ben nog een doos Ilford Multigrade tegen gekomen. Ik kan dus nog even vooruit.











Geen opmerkingen:

Een reactie posten